top of page

Gastric bypass

bypass overview2-ink.jpeg

De ingreep

​

De gastric bypass operatie (Roux-en-Y gastric bypass) bestaat uit twee delen: In het eerste deel van de operatie wordt door middel van een nietjesapparaat ('stapler') een kleine maagzakje of maagreservoir ('maagpouch') gecreeërd met een volume van ongeveer 10 - 30 ml.  Het resterende deel van de maag wordt niet verwijderd. In het tweede deel van de operatie wordt de dunne darm ongeveer een 30-45 cm vanaf het begin doorgesneden en wordt deze naar boven gebracht en verbonden met het maagreservoir. Vervolgens wordt de dunne darm (alimentaire dunne darm lis) 120 cm verder weer verbonden met het ander stuk dunne darm (biliaire lis) dat werd doorgesneden zodat beide stukken dunne darm verbonden worden in de vorm van een 'Y'. Vandaar ook de naam 'Roux-en-Y'. Op dit niveau waar beide stukken dunne darm terug met elkaar verbonden worden (dus 120 cm na de verbinding met het maagreservoir) komen de voeding en de spijsverteringssappen terug samen. Daarom wordt er gesproken van een 'bypass', omdat het grootste deel van de maag en de twaalfvingerige darm 'gebypassed' worden. 

Deze ingreep wordt uitgevoerd via een kijkoperatie. 

Werkingsmechanisme

​

Er zijn verschillende werkingsmechanisme die het gewichtsverlies na een gastric bypass verklaren:

​

  • Door een kleiner maagvolume van de maagpouch wordt sneller een gevoel van verzadiging bekomen.

  • Doordat de voeding sneller vanuit de maagpouch rechtstreeks in de dunne darm terechtkomt en de twaalfvingerige darm 'gebypassed' wordt ontstaat er een stijging van de 'incretine' hormonen, dewelke op hun beurt een gevoel van verzadiging veroorzaken. Het zijn ook deze 'incretine' hormonen die rechtstreeks een gunstige effect hebben op diabetes type 2 door een betere controle van het suikermetabolisme. 

  • Doordat de voeding in het eerste deel van de dunne darm pas na 120 cm in contact komt met de spijsverteringssappen wordt een deel van de vetten en suikers minder goed opgenomen (malabsorptie), wat dus betekent dat een deel van de calorieën niet wordt opgenomen. 

  • Door de operatie wordt ook de verdeling en concentratie van een aantal darmbacteriën (microbioom) gewijzigd, welke op zich ook een rol spelen in het gewichtsverlies. 

​

​

Gewichtsverlies

​

Lange termijn resultaten tonen aan dat na een gastric bypass gemiddeld een gewichtsverlies tussen de 52% en 68% van het overgewicht (%EWL*) bekomen wordt. 

​

Hoeveel gewicht na de operatie exact verloren wordt varieert van persoon tot persoon en hangt af van geslacht, leeftijd, gewicht voor de ingreep alsook de mate van opvolging na de operatie. Uit ervaring is duidelijk dat een betere opvolging leidt tot een betere motivatie en betere resultaten op lange termijn. Vooral de mate waarin aan de voedingsadviezen voldaan wordt en de graad aan lichaamsbeweging bepalen de graad van succes.  

​

Het grootste gewichtsverlies vindt plaats in de eerste 12 tot 18 maanden na de ingreep. Nadien volgt meestal een lichte gewichtstoename van enkele kg waarna het gewicht terug stabiliseert. Voornamelijk in deze periode (na de zogezegde 'wittebroods of honeymoon' maanden) is goede opvolging van groot belang. 

​

* %EWL = % Excess Weight Loss = gewichtsverlies/(startgewicht– ideaal gewicht berekend op een BMI van 25)) 

​

Mogelijke complicaties

​

Op korte termijn kunnen volgende complicaties optreden:

​

  • Infectie van de wond/wondabces.

  • Lekkage of bloeding thv de verbinding tussen de maag en de dunne darm. 

  • Bloedklonter in de benen en/of longen

​​

Op lange termijn kunnen volgende complicaties optreden:

​

  • Haaruitval (dit is tijdelijk door het snel gewichtsverlies en omkeerbaar)

  • Vermoeidheid (voornamelijk in periode waarin grootste gewichtsverlies)

  • Littekenbreuk (kleinere kans door gebruik van kijkoperatietechniek)

  • Vitaminetekorten waarvoor bijkomende supplementen nodig zijn. 

  • Dumpingsyndroom

  • Darmobstructie: Doordat de anatomie van de dunne darm bij een gastric bypass veranderd wordt kan een 'Interne Herniatie' optreden wat betekent dat een deel van de dunne darm door een opening in het darmvlies kan komen vast te zitten. Hierdoor ontstaan klachten van buikpijn (meer uitgesproken na de maaltijd). Dit kan bij 1.4% tot 10% van de patiënten die een gastric bypass operatie hebben ondergaan voorvallen. Indien het geval kan dit in de meeste gevallen met een kijkoperatie verholpen worden. 

Petersen's 1b-ink.jpeg
entero-entero 1a-ink.jpeg

Verder moet rekening gehouden worden dat bij vrouwelijke patiënten de anticonceptiepil mogelijk minder kan werken na de ingreep door een veranderde opname van geneesmiddelen. Dit wordt best besproken met uw gynaecoloog

​

Verder wordt een zwangerschap binnen de 18 maanden na de ingreep ook ten stelligste afgeraden. Dit omdat in deze periode uw lichaam gewicht verliest ('katabole' toestand =  het lichaam breekt zichzelf af) en dus niet in een optimale toestand verkeert om tegelijkertijd het lichaam van een embryo of foetus op te bouwen. 

​

In principe dient men er vanuit te gaan dat de gastric bypass operatie onomkeerbaar is. Hoewel vanuit technisch standpunt de oorspronkelijke anatomie kan worden hersteld zijn de functionele resultaten hiervan zeer pover waardoor deze procedure slechts in zeer uitzonderlijk omstandigheden wordt uitgevoerd. 

​

​

Verloop van de opname

​

De eerste dag na de operatie wordt gestart met lichte voeding en wordt u gestimuleerd om op te zitten in de zetel en wat rond te wandelen. Hierdoor worden ademhalingsproblemen en een mogelijke bloedklonter in de benen of longen maximaal vermeden. Adequate pijnstilling wordt voorzien. Tijdens de hospitalisatie overloopt de diëtiste samen met u nog eens rustig de voedingsadviezen voor de eerste weken na de operatie. Na een geruststellende bloedname en klinisch onderzoek, kunnen de meeste patiënten het ziekenhuis de tweede dag na de operatie verlaten. Een eerste wondcontrole bij de huisarts wordt voorzien na een week. De huidwondjes wordt gehecht met een zelf-oplosbare draad die zich aan de binnenzijde van de wonde bevindt. Er hoeven dus geen hechtingen verwijderd te worden. 

 

Bij ontslag uit het ziekenhuis wordt een voorschrift voor volgende geneesmiddelen meegegeven:

​

  • Spuitjes met bloedverdunners (LMWH's) ter preventie van bloedklonters in de benen en/of longen gedurende 30 dagen na de ingreep. 

  • Een geneesmiddel tegen maagzuur (PPI's) om de staplernaad te beschermen tegen maagzweren. Dit dient gedurende 3 maanden postoperatief ingenomen te worden.  

  • Voldoende pijnstilling

​

Voedingsadviezen en fysieke activiteit

​

Zowel tijdens de consultatie bij de diëtiste voor de ingreep alsook tijdens de opname zelf wordt het dieet dat gevolgd dient te worden in de eerste weken na de operatie uitgebreid met u besproken. Een overzicht van de verschillende postoperatieve dieetfases kan u hier terugvinden. 

​

In de eerste weken wordt aangeraden om voldoende rond te wandelen en de dagelijkse fysieke activiteiten te hernemen binnen de pijngrenzen. Zware inspanningen dienen in eerste instantie nog vermeden te worden tot na de eerste controle bij de chirurg, 3 weken na de ingreep. 

​

Alarmsymptomen

​

Bij de volgende verschijnselen wordt gevraagd om vervroegd contact op te nemen met de huisarts of met onze dienst en zich desnoods naar de spoedgevallendienst te begeven:

​

  • Hevige buikpijn

  • Koorts

  • Bloedbraken of bloed in de stoelgang/zwarte stoelgang

  • Onmogelijkheid om voeding tot zich te nemen. 

​

Opvolging

​

Na de operatie wordt u volgens een vast schema op geregelde tijdstippen opgevolgd door verschillende leden van het multidisciplinair team alsook door uw huisarts. Verder dient ook levenslang supplementen met een multivitaminepreparaat ingenomen te worden. In het eerste jaar na de operatie wordt ook op geregelde tijdstippen een bloedname uitgevoerd om eventuele tekorten aan mineralen en vitaminen op te sporen. Vanaf 1 jaar postoperatief kan dit jaarlijks gebeuren.

bottom of page